Rens Dijkstra verslaat Alle Vlasma
De opvallende successen van onze junioren Teun en Luca zijn hier al breed uitgemeten, omdat zij punten scoorden tegen de sterkste leden van onze club. Ondertussen viel hun leeftijdsgenoot Rens minder op, te midden van de ware liefhebbers van ons spel. Op de een na laatste competitie-avond toonde hij nogmaals zijn speelkracht door de geroutineerde Alle Vlasma te verrassen.
Beiden speelden lange tijd foutloos, totdat Rens een riskante aanval opzette. Deze wist Alle eerst nog netjes te keren, maar toch werd hij pardoes mat gezet. Met deze fraaie overwinning sluit Rens aan bij de middenmoot, met gevestigde namen als Pieter en Hein Bauke.
De al genoemde Teun maakte zijn leiderspositie waar, door Marten al snel aan te vallen via de h-pion. Diens koning kreeg het moeilijk maar wist nog lang te overleven. Na een zwakke zet rook wit ineens bloed en toverde via een torenoffer mat op het bord.
Mark kreeg tegen Bernard vanuit de Siciliaanse opening een ijzersterk paard op de 6e rij. Met dit bruggenhoofd bouwde hij een overwicht op waar zwart heel weinig tegenover kon stellen. Met een verdubbelde toren door het centrum maakte Mark de partij bekwaam af.
Tegen Sjouke kreeg Cris al gauw het centrum in handen, waarlangs hij volop zijn aanvallende troepen kon aanvoeren, vooral richting pion f7 en de koning. Na deze pion sneuvelden prompt ook stukken en gaf Sjouke tenslotte op. Beide opponenten keken wel terug op een leuke partij.
Gosse zette zijn partij tegen Wiebe weer eens ouderwets stevig neer in het Bird-patroon. Hij won ook een pion en kreeg kansen. Tegelijk vergat hij, nog op een bijna vol bord, zijn eigen verdediging. Wiebe counterde heel handig en zijn dame veroverde de koning.
Piet en Riemer speelden een marathonpartij. Lange tijd was er weinig loos, in opening en middenspel gaven ze elkaar niets toe. Daarna bouwde Piet een overwicht op en veroverde twee witte pionnen. Hiervan wist hij keurig een over te houden, genoeg voor promotie tot koningin en de winst in een onderhoudende partij.
Lange tijd had Lùt tegen Douwe het heft in handen. Al snel won hij een kwaliteit. Maar na het weggeven van een toren keerden de kansen. Douwe koesterde twee verbonden vrijpionnen waartegen Lùt tenslotte geen verweer had.