Sjouke Sinia strijdend ten onder tegen Teun Meindersma
De twee ongeslagen koplopers troffen elkaar in de 5e ronde. Ze gaven elkaar niks toe, aan materiaal althans. Met beiden nog een toren en drie pionnen brak de finale aan, om half twaalf. Maar Teun’s vrije a-
pion was gevaarlijker dan de pluspion van Sjouke op de koningsvleugel. Hij zette Sjouke’s toren vast op a8, terwijl de witte toren de hele a-lijn kon gebruiken om de zwarte pionnen te belagen. Zo sneuvelde
Sjouke tenslotte eervol en is Teun nu de enige ongeslagen koploper.
Cris opende voortvarend via d4 en dwong Luca in de verdediging. Maar hij bereikte weinig, integendeel.
Na een paardenruil lag zijn verdediging compleet open. Al in het late middenspel gaf hij Luca sportief de
hand.
Ook Bernard kreeg, met zwart tegen Wiebe, al gauw een aanvallend overwicht. Meer dan een pion
leverde dat niet op, totdat Wiebe na dameruil zijn koning al te actief liet meewerken. Bernard won een kwaliteit, maar moest in het eindspel duchtig opletten om tenslotte te zegevieren.
Veel evenwichtiger speelden Hein Bauke en Marten, zonder echte fouten en met weerlegging van elkaars
snode plannen en valstrikken. Tevreden met remise gaven zij elkaar de hand.
Hoe anders deden Mark en Riemer het! Al meteen ging Mark stormen en verblunderde Riemer een toren.
Het ging van kwaad tot erger, met Riemer als de kop van Jut.
De altijd zo degelijke Gosse gaf al in zijn vertrouwde Bird-opening een loper weg, aan Peter, die prompt
de aanval koos. Gosse kon hem hooguit wat storen, maar overleefde wel, totdat Peter zelf in de fout ging
en werd mat gezet.
Frank en Piet bouwden hun partij rustig op, met wit licht in het voordeel. Pas nadat Piet een toren
verspeelde kon Frank toeslaan.
Resterende partijen: Bauke Vroom – Pieter van Kammen 0-1, Rens Dijkstra – Douwe Kuipers 1-0.
