Schaakclub De Donger

Bauke Vroom begon meteen met een overtuigende overwinning. Competitieleider Reitze Koopmans opende tegen hem te voorzichtig en kwam daarna nooit in zijn eigen gedurfde aanvalsspel.

Christiaan Houpst en Jan Eelkema speelden, als de twee hoogst genoteerde ratinghouders, een degelijke theoretische opening. Daarna werden over en weer wat speldenprikjes uitgedeeld. Na afruil van flink wat hout werd de vrede getekend.

Marten Koopmans verrekende zich lelijk tegen Alle Vlasma. Zijn offer van een loper tegen twee pionnen deugde niet. Het eindspel was voor Alle Vlasma net een schiettent.

Pieter van Kammen veroverde tegen Bernard Keizer al snel het centrum van het bord. Uit arren moede ging Bernard aanvallen over de koningsflank. Pieter pareerde en kreeg tegenkansen. Met de lange rokade redde Bernard zijn koning en haalde de remise binnen.

Dat deed ook Jos Visser, zij het na een omzichtige manoeuvreer partij tegen René Wijnstra. Zijn koning stond onveilig, maar René’s dubbelpionnen waren onmachtig.

Jaap van der Pol ontmaskerde de bekende blufaanval van Douwe Kuipers in flitsende stijl. Binnen een uur stond hij twee stukken voor en hield Douwe het voor gezien. 

Daarentegen hielden Hein Visser en Frank van Bolhuis elkaar lang in evenwicht, in een marathonpartij. Frank’s aanvalsspel liep tenslotte  vast, maar Hein trapte nog  in een sluw aftrek schaakje. Hij verloor een loper en later ook de partij.