Gosse Wiersma zet de achtervolging in
In ronde zeven van de Dokkumer schaakcompetitie speelden Pieter van Kammen en Gosse Wiersma een variant van de Franse opening die meestal leidt tot remise. Van Kammen verslikte zich echter in de stelling waardoor een belangrijke pion verloren ging. Daarop stortte zijn stelling volledig in en capituleerde Van Kammen meteen. Met deze overwinning krijgt Wiersma de top drie in het vizier.
Marten Koopmans speelde aanvallend tegen Alle Vlasma, die door een blunder een pion weggaf. Koopmans had daarna de zege voor het grijpen, maar ging op zijn beurt in de fout door ook een pion weg te blunderen. Met nog weinig hout op het bord was de stelling volledig in evenwicht en werd het dus remise.
Traditiegetrouw speelde Douwe Kuipers een flitsende opening tegen Bernard Keizer, maar leverde behalve tijdvoordeel weinig op. Keizer hergroepeerde zijn troepen en brak de vijandelijke koningsvleugel open. Het kostte Kuipers een paard en moest even later zelfs zijn dame offeren. Hij speelde nog even door met een ernstig verzwakte stelling, maar opgave volgde onvermijdelijk.
Jos Visser speelde tegen Cris Jellema een omgekeerde orang-oetan (pion g4 ipv b4). Dat gaf Visser Initiatief maar kon niet doordrukken. Jellema herpakte zich en won een aantal pionnen. Dat was voor Visser het signaal te capituleren.
Peter Smit en René Wijnstra vochten voor wat ze waard waren en op het eind leek Wijnstra aan het langste eind te trekken. Ondanks een kwaliteitsvoorsprong had hij echter weinig tijd meer en koos daarom voor een remise uitslag.
Overige uitslagen: Bauke Vroom-Reitze Koopmans 1-0; Riemer Sinia-Nils Venema 0-1
