Schaakclub De Donger

Het begon deze avond met een snelle winst van Durk Wassenaar op bord 7 tegen Peter Doetjes. Toen Doetjes op de 15^e zet zijn loper verspeelde was de strijd beslecht.

Hierna was het de beurt aan Gosse Wiersma die eerst heldhaftig stand hield tegen Erik Klaassen. Toen Klaassen op de 30^e zet een verrassend tegenoffer op het bord toverde kon Wiersma hem de hand schudden wat de tussenstand op 1-1 bracht.

Op bord 5 startte Douwe Kuipers vanaf het begin een verwoestende aanval die uitmondde in een verdubbeling van de torens op de b-lijn. Toen ook nog de dame deze batterij ondersteunde was het gedaan met Frans van Dam en ging hij op de 37^e zet mat op de achterlijn.

Peter Smit speelde op bord 8 weer als vanouds en dreigde Jelle Broer te overspelen. Toen hij hierna iets te snel afwikkelde werd het echter alsnog remise.

Op bord 6 kon Jan de Groot lang stand houden tegen de sterke Rinze van der Berg, maar toen hij in het eindspel met twee pionnen meer pardoes een paard weggaf was het over en uit voor Jan.

Op bord 2 ging Jos Visser langzaam onderuit tegen Roelof Klinkers, waarna het eindspel niet meer te houden was en Jos sportief opgaf.

In de omgebouwde kerk speelde Bernard Keizer op dit voor hem bekende terrein tegen de sterke Wim Visser. Na een lange partij werden de heren het eens over een degelijke remise.

Vervolgens was alle Dokkumer hoop gevestigd op Douwe de Groot die op bord 4 van geen opgeven wilde horen tegen Wiebe Oppenhuizen. Toen Douwe met twee pionnen minder het eindspel inging gaf niemand meer een cent voor zijn stelling, behalve hijzelf. Wat er in de late uurtjes gebeurde was met geen pen te beschrijven. Met een penning op een paard wist Douwe deze hengst te verschalken en stond na drie en een half uur ineens op winst. Toen Oppenhuizen het onmogelijke van een verdere strijd inzag werd het alsnog 4-4. De reis terug was zeer prettig met deze remise op zak !